Wednesday, February 14, 2007

De gele handtas en oude bekenden

Hij plofte net met een zucht neer in de trein toen hij haar plots recht aankeek. Hij twijfelt tussen opstaan en een moeizaam gesprek aangaan en koos uit pure nieuwsgierigheid voor het laatste. "Dat is lang geleden..." begint zij. "Ja..." Het is even stil. Maar voor alle ongemakkelijke stiltes is een standaartoplossing. "Hoe is het met je?" vraagt zij. "Goed...""Met mij ook" besluit ze het gesprek te gaan trekken. "Wat doe je nu voor opleiding of werk of..." Ze kijkt hem vragend aan. Hij haalt diep adem "Wat je bedoeld is: Hoe houd ik je bezig met onzin tot aan het volgende station. Je wil helemaal niet weten hoe het met mij gaat of wat ik nu doe." Ze slikt schuldbewust en zegt zacht "Het is drie jaar geleden hoor." "tweeeneenhalf" Verbeterd hij. "Maar ik wilde echt weten hoe het met je ging eigenlijk" Zegt ze. "Bedoel je voor of nadat je me toen midden in Praag urenlang op je liet wachten om vervolgens verdwenen te blijken?" ze besloot niet te happen. "Ik bedoel nu." Hij antwoordt niet. "Oké, jij je zin. Wat wil je weten?" Hij kijkt haar weer aan"Ik wil weten waarom." Ze bijt op haar lip. "Allicht. " Niet goed in staat hem recht aan te kijken bestudeert ze de voorbijvliegende koeien en plukt ze wat aan haar knalgele handtas. Zijn ogen prikken in haar wang als ze het maar zegt"Ik wist niet goed hoe ik het had. Toen. Ik was bang dat ik misschien verliefd was. Ik weet niet waarom maar ik voelde me alsof ik opgesloten zat in een tornado, alsof ik verdronk in een woest kolkende zee, ik kon niet meer verder. Ben erg laf en het spijt me. Ik wist dat jij bij die beroemde klokken stond te wachten en toen ben ik naar de hotelkamer gegaan en heb mijn tas gepakt. Toen ik eenmaal in een sneltrein zat durfde ik je niet te bellen, noch op te nemen. Eenmaal in het studentenhuis kreeg ik te horen dat de woningbouwvereniging gebeld had dat er een andere kamer beschikbaar was en dat heb ik toen gedaan. Uit schaamte heb ik eigenlijk nooit teruggebeld.'' Ze zwijgt even. Dan op een hoopvolle toon ''Ik heb je geloof ik wel een verjaardagskaart gestuurd..." Hij lacht wrang. Dat hield ze altijd goed bij. Verjaardagen van mensen. Ze vergat nooit een kaart, zo'n kunst was het niet. Maar veel inhoud hebben die dingen evenmin. "Had je hem express in Amsterdam gepost?" Ze glimlacht. "Ja, ik was doortrapt genoeg om de brief daar te posten omdat ik wist dat jij doortrapt genoeg zou zijn om naar het stempel te kijken" ze grinnikt even om zijn gezicht. "Nee, ik moest er toch al zijn. Ik woon daar immers." Hij kijkt verbijsterd. "Jij... woont in Amsterdam?" Ze knikt. "Hm-m. Al tweeeneenhalf jaar nu. Zo ongeveer. Dichtbij het centrum. En nee, ik had en heb geen relatie. En ja, ik snap dat je kwaad bent. En ja, ik ben wel oprecht geinteresseerd in hoe het met je gaat. Nog meer dingen die je wil weten?" "Eigenlijk wel..." zegt hij. "We zouden nog koffie gaan drinken, maar om de een of andere reden kwam het er niet van. Dat ben je me wel verschuldigd lijkt mij zo." Ze kijkt hem schuin aan "Je maakt een grapje...""Nee, ik meen het. Ik woon ook in Amsterdam. Ik heb je gemist en je mag me gaan vertellen waarom. Bij jou of bij mij?"Ze haalt ongelovig een wenkbrauw op. "Je maakt wel een grapje. Een oude nog wel. Dit zei je altijd als we het station naderde." op dat moment wordt Amsterdam centraal omgeroepen. "Bij jou." Zegt ze. "Wilde je op safe spelen?" ze steekt quasi-hulpeloos haar handen de lucht in "Oké, bij mij, maar ik heb alleen maar thee." Hij trekt zijn neus op. "Nee he, nog steeds?"

De trein stopt. Ze stappen samen uit. Hun stemmen en haar lach verstommen. Misschien gaat het zomaar zeldzaam goed. misschien zint hij op wraak. Misschien willen ze wel terug naar tweeeneenhalf jaar geleden en pakken ze toch de draad weer op. De onwillekeurige meeluisterende reiziger zal het nooit weten.

No comments: